Kasstroomprognose
De kasstroomprognose wordt afgeleid van de balansprognose en geeft inzicht in de achterliggende bronnen die de ingaande en uitgaande kasstromen veroorzaken.
Operationele activiteiten die bestaan uit transacties die veelal direct leiden tot opbrengsten en kosten vanuit de normale bedrijfsvoering en uitvoering van beleid. We zien dat de operationele kasstroom positief is (€ 4.571).
De investeringskasstroom geeft aan hoeveel we willen uitgeven aan investeringen. Deze geldstroom is negatief (€- 16.583) omdat we er geld aan uitgeven.
Als laatste kennen we de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Deze bestaat uit de opname en aflossingen van geldleningen.
Bedragen x € 1.000 | ||
Kasstroom uit operationele activiteiten | ||
Saldo begroting | 0 | |
Afschrijvingen | 5.779 | |
Mutatie werkkapitaal | 788 | |
- Mutatie voorraden | 143 | |
- Mutatie vorderingen | 0 | |
- Mutatie kortlopende schulden excl. Bankschulden | 645 | |
Onttrekkingen reserves | -1.632 | |
Toevoegingen reserves | 345 | |
Onttrekkingen voorzieningen | -2.640 | |
Toevoegingen voorzieningen | 1.931 | |
Totaal uit operationele activiteiten | 4.571 | |
Kasstroom uit investeringsactiviteiten | ||
Investeringen materiële vaste activa | -17.516 | |
Desinvesteringen materiële vaste activa (bijdrage derden) | 800 | |
Investeringen financiële vaste activa | 0 | |
Desinvesteringen financiële vaste activa | 132 | |
Totaal investeringsactiviteiten | -16.583 | |
Kasstroom uit financieringsactiviteiten | ||
Opname langlopende geldleningen | 15.000 | |
Aflossing langlopende geldleningen | -3.092 | |
Mutatie kasgeldleningen | 0 | |
Totaal financieringsactiviteiten | 11.908 | |
Mutatie geldmiddelen | -105 | |
De mutatie in geldmiddelen is als volgt te specificeren: | ||
Liquide middelen ultimo vorig dienstjaar: | 500 | |
Liquide middelen ultimo dienstjaar: | 500 | |
Afname liquide middelen | 0 |
Netto schuldpositie
Per saldo constateren we dat we meer geld willen uitgeven aan investeringen dan we overhouden uit onze operationele geldstroom. Dat houdt in dat we meer geld gaan lenen, onze schuldpositie slechter wordt en onze begroting minder wendbaar.
In onderstaand beeld geven we weer:
- hoe de schuldpositie zich ontwikkeld ten opzichte van de investeringsambities.
- hoe de schuldpositie zich ontwikkeld ten opzichte van de normen van de VNG.
Liquiditeitsplanning
In 2024 is er sprake van een liquiditeitstekort van ongeveer € 10 miljoen. Omdat de rente op kort geld (< 1 jaar) laag is, financieren we het liquiditeitstekort met kasgeldleningen (kort geld). Zolang deze situatie zich voordoet en we binnen de kasgeldlimiet blijven financieren we het liquiditeitstekort met kort geld.
Stijgt de rente op korte termijn dan maken wij de afweging om een deel van het tekort met een langlopende geldlening te financieren. Het verloop van de liquiditeiten is sterk afhankelijk van de tijd en de mate waarin de voorgenomen investeringen feitelijk worden gerealiseerd. Per kwartaal brengen we de liquiditeiten in beeld en beslissen we hoe één en ander te financieren.
De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de huisbankier van de gemeente.
Nagenoeg al het gemeentelijk betalingsverkeer loopt via deze bank. Contant geldverkeer beperken we zoveel mogelijk.
Schatkistbankieren
Sinds 15 december 2013 is Schatkistbankieren wettelijk verplicht. Dagelijks worden alle overtollige liquiditeiten boven een drempelbedrag afgeroomd en aangehouden in de schatkist bij het Ministerie van Financiën. De drempel is vastgesteld op 2,0% van het jaarlijkse begrotingstotaal (2,0% van afgerond € 100.000.000). Dit betekent voor ons dat wij maximaal € 2.000.000 buiten de schatkist mogen houden.
Het doel van de deelname aan schatkistbankieren is om de EMU-schuld van de collectieve sector te verlagen. De decentrale overheden krijgen geen leenfaciliteit bij de schatkist. Jaarlijks totaliseert het CBS de EMU-saldi van alle overheidsinstanties. Uiteindelijk mag het tekort van alle overheden 3% van het BBP bedragen.
Onze bijdrage aan dit EMU saldo is als volgt:
2025 | 2026 | 2027 | ||||||
Omschrijving | x € 1.000 | x € 1.000 | x € 1.000 | |||||
raming | raming | raming | ||||||
1 | Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | -3.203 | -8.451 | -8.311 | ||||
2 | Mutatie (im)materiële vaste activa | 16.716 | 17.623 | 5.833 | ||||
3 | Mutatie voorzieningen | 706 | 1.327 | 611 | ||||
4 | Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | |||||||
5 | Verwachte boekwinst/verlies bij de verkoop van financiële vaste activa en (im)materiële vaste activa, alsmede de afwaardering van financiële vaste activa | |||||||
Berekend EMU-saldo | -19.213 | -24.748 | -13.533 |